Categorieën
Netwerk nieuws Nieuws Onderzoek

Steun van de omgeving essentieel bij stoppen met roken

Oud en nieuw is ieder jaar voor veel mensen een aanleiding om te stoppen met roken. Recent onderzoek* toont aan dat steun en begrip van de omgeving van de roker een belangrijke rol spelen bij dit proces. Alleen gebeurt dit nu nog onvoldoende. In plaats van een reactie als ‘eerst zien dan geloven’ is het beter om de stopper aan te blijven moedigen en te vertrouwen. Ook wanneer het niet meteen lukt. Gemiddeld bestaat het proces om van de rookverslaving af te komen uit zes pogingen. Dit aantal wordt vaak onderschat door de omgeving.

Eerst zien, dan geloven

80% van de rokers wil graag stoppen, maar iedere roker weet ook hoe lastig dit proces is. Steun uit de omgeving zoals van partners, kinderen, vrienden en collega’s kan hierbij van onschatbare waarde zijn. Recent onderzoek laat zien dat de omgeving meestal positief op een stoppoging reageert, maar 87% denkt ook ‘eerst zien, dan geloven’. 

Volgens Stoppen met Roken coach Patricia van Rossum kan deze onbewuste houding een negatieve invloed hebben op de motivatie van de stopper. “De steun waar stoppers juist behoefte aan hebben, zit in kleine gebaren zoals vragen hoe het gaat en zeggen dat je vertrouwen hebt. Streng zijn of boos worden heeft geen zin.”

Gemiddeld zes stoppogingen nodig

Meer dan 7 op de 10 rokers vertelt hun naasten dat ze gaan stoppen, maar slechts een kwart vraagt daarbij hun hulp. De overige stoppers (25%) houden hun goede voornemen voor zichzelf omdat ze onzeker zijn of het wel lukt, om zich in te dekken voor mislukking of om de druk om te moeten slagen te vermijden. 

Als het stoppen mislukt, brengt nog maar de helft van de stoppers de omgeving op de hoogte van een nieuwe poging, terwijl juist dan de steun van de omgeving van cruciaal belang is. De belangrijkste reden om het niet te vertellen is gebrek aan zelfvertrouwen. Niet-rokers onderschatten het aantal stoppogingen en denken dat er 3 of 4 nodig zijn, terwijl het gemiddelde op 6 ligt.

Iedere poging is een stap dichterbij

Als een stopper toch weer begint te roken, roept dat vaak teleurstelling, frustratie en verdriet op bij de omgeving. Longfonds directeur Károly Illy, medebestuurder Gezondheidsfondsen voor rookvrij, een samenwerking van Hartstichting, KWF en Longfonds, benadrukt het belang om de stopper net zo lang te blijven steunen tot het lukt: “Blijf de stopper vooral aanmoedigen want iedere stoppoging brengt de stopper een stap dichter bij het moment om voorgoed gestopt te zijn. Dat is een knappe prestatie die ook nog eens veel gezondheidswinst oplevert, voor zowel de stopper als voor de omgeving.”

Oproep aan omgeving stopper

Vanaf 27 december start de campagne ‘Beste niet-roker‘ met de boodschap: ‘Stoppen met roken is moeilijk, maar makkelijker als jij dat begrijpt.’ Tien stoppers doen hierin een dringende oproep aan de omgeving voor meer begrip en steun tijdens hun stopproces.

Tips voor de omgeving van stoppers

  1. Vertrouwen hebben, zeg dat de stopper het kan
  2. Motiverende dingen zeggen zoals: “ik vind het heel knap dat je gaat stoppen”
  3. Bij iedere stoppoging complimenten en schouderklopjes blijven geven
  4. Regelmatig vragen hoe het gaat
  5. Zorgen voor afleiding
  6. Verwijs naar de professionele hulp van de huisarts (deze zorg wordt vergoed) en naar hulpbronnen zoals www.ikstopnu.nl

Stoppen met roken is moeilijk, maar makkelijker als jij dat begrijpt

Meer weten? Ga naar www.rookvrij.nl/beste-niet-roker!

*Onderzoek Beleving stoppen met roken (november 2023) uitgevoerd door Verian (voorheen Kantar Public) in opdracht van Gezondheidsfondsen voor Rookvrij onder 2.122 Nederlanders van 18 jaar en ouder die ervaring hebben met stoppogingen (rokers die willen stoppen met roken, ex-rokers en niet-rokers waar mensen in de omgeving hebben aangegeven te willen stoppen met roken).

Categorieën
Netwerk nieuws Onderzoek

Hoe rookvrije omgevingen rokers kunnen helpen

Steeds meer plekken worden rookvrij. Mooi, want hierdoor kunnen kinderen steeds beter rookvrij opgroeien. Maar wist je dat rookvrije plekken ook (ex-)rokers kunnen helpen? In deze blog lees je hoe dat zit.

Rookvrije omgevingen

Kan een rookvrije buitenomgeving reden zijn om te stoppen met roken? Of helpen om gestopt te blijven? Welke rol speelt gedrag hierbij? Dit is onderzocht door Kantar Public in opdracht van Gezondheidsfondsen voor Rookvrij – een samenwerking tussen de Hartstichting, KWF en Longfonds. De belangrijkste conclusie? Rokers en ex-rokers zeggen dat rookvrije omgevingen een positief effect hebben op hun rookgedrag. Met andere woorden: rookvrije omgevingen helpen hen om minder of helemaal niet te roken!

Minder roken

Bijna een kwart van de rokers (23%) zegt dat rookvrije omgevingen helpen om dagelijks minder te roken. Bij rokers die aankomend jaar willen stoppen, is dit zelfs nog meer (37%). Rokers geven aan dat rookvrije omgevingen hen kunnen aanmoedigen om te stoppen met roken: dit geldt voor 18% van alle rokers en voor 35% van de rokers die willen stoppen. Rookvrije buitenomgevingen helpen daarnaast ook ex-rokers: een derde geeft aan dat een rookvrije omgeving hen helpt om gestopt te blijven.

Bewust

Rokers laten weten dat de volgende omgevingen hen zouden helpen minder te roken:

  • rookvrije terrassen (27%)
  • rookvrije buitenterreinen van zorglocaties (25%)
  • rookvrije bossen en parken (24%)
  • rookvrij buitenterrein van het werk (21%)

Hoe helpt een rookvrije omgeving dan bij het minder of niet roken? Vier op de tien rokers geven aan dat een rookvrije omgeving ze meer bewust maakt van hun rookgedrag. Ruim twee derde van de rokers vindt roken in een rookvrije omgeving bijvoorbeeld asociaal. Onder ex-rokers is dit bijna driekwart.

Steun

Twee derde van alle rokers vindt het goed dat er rookvrije omgevingen zijn, want op een rookvrij terrein roken anderen niet mee. Het goede voorbeeld aan kinderen geven is een andere veel genoemde reden. De helft van de rokers (49%) geeft aan dat ze eraan wennen dat steeds meer omgevingen rookvrij worden.

Elkaar aanspreken

Wat als er toch iemand rookt op een rookvrij terrein? Een ruime meerderheid van de rokers (64%) vindt het oké als iemand ze aanspreekt op hun rookgedrag op een rookvrije locatie. Dit kan het beste met een directe boodschap, waarin je aangeeft dat het om een rookvrije locatie gaat. Bijvoorbeeld: “Hallo, zou je hier alsjeblieft niet willen roken? Het is een rookvrije plek” of “Hallo, sorry dat ik stoor, maar weet je dat dit terrein/deze plek rookvrij is? Zou je daarom je sigaret willen doven of ergens anders willen staan?”

Win-win

Een rookvrije omgeving blijkt dus niet alleen positief te zijn voor kinderen en niet-rokers, maar ook voor rokers en ex-rokers. Zij zijn zich op een rookvrije plek meer bewust van hun rookgedrag en dit helpt om minder of helemaal niet te roken. Win-win dus!

Wil je meer weten over de resultaten van dit onderzoek? Bekijk dan het rapport.

Categorieën
Onderzoek

De inzet van gemeenten voor een Rookvrije Generatie

Gemeenten hebben een belangrijke rol in het bereiken van een Rookvrije Generatie. Hoe zetten gemeenten zich hiervoor in? En in welke mate? I&O Research onderzocht dit in opdracht van Gezondheidsfondsen voor Rookvrij en in samenwerking met GGD GHOR Nederland*.

Actieve gemeenten

Steeds meer gemeenten zijn actief zijn op het gebied van rookvrij. Inmiddels zijn dat 9 op de 10 gemeenten. Terwijl grotere gemeenten het vaakst actief zijn, maken kleinere gemeenten een inhaalslag. De helft van de nog niet actieve gemeenten wil in 2023 met rookvrij aan de slag. Bij de meeste gemeenten staat het streven naar een Rookvrije Generatie in hun beleid.

Aanjagende rol

Het blijkt ook dat er nog veel werk te verzetten is door gemeenten. Zo kunnen ze nog meer een pro-actieve, aanjagende rol op zich nemen. Het valt op dat het merendeel van de gemeenten een ondersteunende, faciliterende rol heeft in hun rookvrij aanpak. Slechts 44% van actieve gemeenten pakt een aanjagende rol en nog minder gemeenten een regelgevende rol.

Rookvrije omgevingen

Gemeenten spelen een rol in het rookvrij maken van verschillende locaties. We zien dat ze deze rol het vaakst pakken op locaties waar de beweging ‘Op weg naar een Rookvrije Generatie’ landelijk gezien al ver is (zoals buitensportterreinen) én bij het eigen gemeentehuis. Een actievere, aanjagende houding van gemeenten is nodig om ook andere omgevingen waar kinderen komen rookvrij te maken, zoals terrassen en OV-haltes. Daarmee komen zij tegemoet aan de meerderheid van de Nederlanders die deze locaties rookvrij wil hebben1.  

Stoppen met roken

Steeds meer gemeenten zorgen voor stoppen-met-rokeninterventies voor inwoners. Ze sluiten hierbij vooral aan bij landelijke campagnes, zoals Stoptober. Er is nog veel verbetering mogelijk, want bijna de helft van de gemeenten regelt nog geen stoppen-met-roken interventies voor hun inwoners. 4 op de 10 gemeenten doet dat ook niet voor de eigen medewerkers.

Meer weten?

Meer informatie is te vinden in dit rapport van I&O Research en deze factsheet met belangrijke successen en uitdagingen voor het gemeentelijk rookvrij beleid.


*Voor dit onderzoek zijn alle 344 Nederlandse gemeenten uitgenodigd om de vragenlijst in te vullen. In totaal vulden medewerkers van 218 gemeenten de vragenlijst in, een respons van 63 procent.

1] Bron: Draagvlakonderzoek Tabaksontmoedigingsbeleid (2023) uitgevoerd door Kantar Public in opdracht van Gezondheidsfondsen voor Rookvrij, onder 1.137 Nederlanders van 18 jaar en ouder. Deze draagvlakcijfers zijn ook opgenomen in de factsheet.

Categorieën
Netwerk nieuws Nieuws Onderzoek

Stoppen met roken extra lastig voor zwangere vrouwen met een lage sociaaleconomische status

Bijna 8% van de Nederlandse vrouwen rookt tijdens de zwangerschap. Onder laag opgeleide vrouwen is dat zelfs 16%. Het Trimbos-instituut heeft een richtlijn ontwikkeld voor zwangere vrouwen die willen stoppen met roken. Epidemioloog dr. Lilian Peters, socioloog dr. Danielle Jansen en promovenda Stella Weiland onderzoeken hoe zij de implementatie van de Trimbos richtlijn kunnen verbeteren en geschikt maken voor vrouwen met een lage sociaaleconomische status.

Alle betrokken onderzoekers werken bij de afdeling Midwifery Science. Deze onderzoeksgroep bevindt zich in Groningen (UMCG) en Amsterdam (Amsterdam UMC). Dr. Lilian Peters, epidemioloog, vindt het heel belangrijk om zwangere vrouwen die willen stoppen met roken te ondersteunen. ‘Wat mij persoonlijk drijft, is dat iedereen weet dat roken tijdens een zwangerschap slecht is. Het leidt tot meer miskramen, vroeggeboorten, aangeboren afwijkingen en zelfs tot overlijden. Toch is het niet altijd eenvoudig om te stoppen. Stoppen levert een grote gezondheidswinst voor zowel moeder als kind.’

Trimbos richtlijn

‘Het Trimbos-instituut heeft een richtlijn ontwikkeld voor professionals die te maken krijgen met zwangere vrouwen die roken: het addendum ‘Behandeling van tabaksverslaving en stoppen met roken ondersteuning bij zwangere vrouwen. Op basis van een aantal opties in het stroomdiagram Rokende zwangere vrouw geeft de richtlijn de mogelijkheden van ondersteuning aan,  zoals of iemand tijdens een eerdere zwangerschap rookte, gemotiveerd is te stoppen met roken en een partner heeft die rookt’, legt Lilian uit. ‘We zien dat de gehele keten deze richtlijn niet in de dagelijkse praktijk toepast. Wij willen onderzoeken waar dat mee te maken heeft.’

‘Omdat roken tijdens de zwangerschap een lastige verslaving kan zijn, vind ik het belangrijk dat vrouwen hiervoor de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben’, voegt Stella toe

Lage sociaaleconomische status

‘We voeren dit onderzoek uit in 9 regio’s in Noord Nederland. Hier wonen relatief veel mensen met een lage sociaaleconomische status.’, aldus dr. Danielle Jansen. ‘Dat gaat vaak gepaard met multi-problematiek zoals schulden, zorgen en hoge stresslevels. 22% van de zwangere vrouwen in provincie Groningen die roken is laag opgeleid. In een omgeving waar veel mensen roken, kan het extra lastig zijn om te stoppen. Daar moet je sterk voor in je schoenen staan.’

Stella Weiland voegt toe: ‘Vrouwen met een lage sociaaleconomische status hebben vaak een kleiner sociaal netwerk, wat hen extra kwetsbaar maakt. Dit kan van invloed zijn op de ondersteuningsbehoefte bij het stoppen met roken tijdens de zwangerschap. Daarom is het van belang dat we de richtlijn juist bij deze groep vrouwen onderzoeken.’

Samenwerkingsverband

Lilian: ‘In elke regio werken we samen met zorgprofessionals die werkzaam zijn in een verloskundig samenwerkingsverband (VSV), zoals de verloskundigen, gynaecologen, kraamverzorgenden. In het project Samen Stoppen, Samen Sterk breiden we dit netwerk uit met JGZ-artsen, huisartsen en verslavingsartsen, zodat we een betere afstemming in de zorgketen realiseren.

We denken dat de regionale context en setting bepalend is voor de implementatie van de richtlijn. Wat in Groningen goed werkt, hoeft niet per definitie te werken in een andere regio. Het gaat veelal om praktische zaken die regionaal verschillen, zoals het doorverwijzen naar andere zorgverleners. Daarom is er voor elke  regio een plan van aanpak gemaakt en geëvalueerd.’

Samen met vrouwen

Is de huidige richtlijn niet bekend genoeg, of zijn er problemen in de praktijk om deze te implementeren? Lilian legt uit dat bij de ontwikkeling van de Trimbos richtlijn zorgverleners uit de geboortezorg betrokken zijn geweest, maar de vrouwen zelf slechts in beperkte mate. ‘Voor ons onderzoek is dat dus essentieel. We hebben eerst hun ervaringen in kaart gebracht. Wat heeft ervoor gezorgd dat ze stopten met roken, welke belemmeringen waren er. We bereiken de vrouwen via sociale media en met ondersteuning vanuit Zorgbelang Groningen en ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting van de stichting Sterk uit Armoede. Zij hielpen bijvoorbeeld met de werving van vrouwen in ons onderzoek, maar ook met het opstellen van de interviewvragen.’

‘We hebben samen met ervaringsdeskundigen de interviewvragen opgesteld, zodat deze de juiste toon bevatten en de vrouwen zich op hun gemak voelden om hun verhaal met ons te delen.’

Het Samen Stoppen, Samen Sterk project is het eerste wetenschappelijk project waarbij de stem van de doelgroep doorklinkt in alle fasen van het onderzoek, deze meerwaarde is terug te zien in een korte documentaire (OOG Groningen).

Implementatie

Lilian en Stella zien dat in het werkveld de bekendheid van de implementatie van de richtlijn toeneemt, echter door onder meer de coronapandemie en capaciteitsproblemen blijft de implementatie van de Richtlijn een aandachtspunt. Door het project zijn de stoppen-met-roken ondersteuningsmogelijkheden beter bekend bij zowel zorgverleners als bij zwangeren.

‘Tot aan het einde van het project delen wij onze bevindingen via publicaties in zowel internationale als nationale vakbladen en via workshops en korte presentaties aan vakgenoten. Daarnaast verspreiden wij kennis op festivals, zoals het Noorderzon (2019). Ten slotte willen we in gesprek met de zorgverzekeraars. Het is belangrijk dat een succesvolle implementatie en daarmee een goede ondersteuning bij het stoppen met roken volledig wordt vergoed, dat is nu niet altijd het geval.’

Resultaten tot nu toe

‘Momenteel bevinden we ons in de laatste fase van het project: evaluatie van de verbeterplannen met het werkveld en (rokende) zwangeren.’

  • Op verzoek van zeven noordelijke Verloskundige Samenwerking Verbanden hebben we tijdens het project de verwijzing naar gespecialiseerde stoppen-met-roken ondersteuning van coaches van Verslavingszorg Noord Nederland gerealiseerd. Het daadwerkelijk implementeren van deze op-maat-gemaakte specialistische ondersteuning is de kennis die naar de praktijk is gebracht.
  • Tevens hebben wij alle zorgverleners in eerste, en tweede lijn, de mogelijkheid aangeboden tot aanvullende scholing over motiverende gespreksvoering.
  • We hebben aan studenten van de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen en studenten Geneeskunde (Rijksuniversiteit Groningen/Universitair Medisch Centrum Groningen)colleges gegeven over stoppen-met-roken ondersteuning. Daarnaast kregen zij onderwijs over de impact van de leef- en beleefwereld van vrouwen die in armoede leven en hun keuzes aangaande lifestyle tijdens de zwangerschap, deze kennis valorisatie werd gegeven samen met de ervaringsdeskundigen van Stichting Sterk uit Armoede.
  • Tenslotte hebben wij kennis overgebracht tijdens congressen, symposia en bezoeken aan de VSVs. Ook hebben we samen met Clasien van der Houwen van de Taskforce Rookvrije Start een symposium in het Thialf stadion in Heerenveen georganiseerd over tips en tricks voor de stoppen-met-roken ondersteuning van zwangere vrouwen.
  • Daarnaast hebben we een animatiefilmpje ontwikkeld om de doelgroep beter te bereiken voor de verschillende stoppen-met-roken ondersteuningsmogelijkheden.

Rookvrije Generatie

Hoe dragen de uitkomsten van het project bij aan het bereiken van de Rookvrije Generatie? Indien zwangere vrouwen passende stoppen-met-roken-ondersteuning krijgen en zij daarmee stoppen met roken tijdens de zwangerschap en gestopt blijven na de bevalling, dan draagt dit bij tot het realiseren van een Rookvrije Generatie, omdat de kinderen niet meer worden blootgesteld aan tabaksrook.

Contact met het projectteam

Heb je vragen naar aanleiding van dit interview? Stuur dan gerust een bericht naar Stella Weiland via s.weiland@umcg.nl.

Benieuwd naar andere onderzoeken over naar effectief tabaksontmoedigingsbeleid?

Daarnaast zijn er vier consortia die met subsidie van ZonMw effect- of implementatieonderzoek doen naar het gebruik en beter bereik van bestaande interventies:

Bron: ZonMw. Kijk op www.zonmw.nl/roken voor meer informatie

Categorieën
Onderzoek

Sportclubs rookvrij maken en jongeren ontmoedigen om te beginnen met roken

Wat werkt als je sportclubs rookvrij wilt maken? Wat is de rol van regelgeving? En is het roken ook écht minder zichtbaar voor kinderen? De Hartstichting maakte een stappenplan om sportclubs rookvrij te maken. Met zijn projectteam zorgt Anton Kunst nu voor de doorontwikkeling en voor effectieve implementatie van dit stappenplan. Anton vertelt je er meer over.

Waar gaat het project over?

“Ons project heet Rookvrije sportclubs voor een rookvrije generatie. Wij doen onderzoek naar de invoering van rookvrij beleid van clubs in de buitensport (voetbal, korfbal, hockey, tennis). Wij onderzoeken of er vanuit de clubs steun is voor het rookvrij verklaren van de sportterreinen, waarom en hoe clubs dit beleid invoeren, en of invoering gemakkelijk dan wel moeizaam verloopt. Ook kijken wij naar de mogelijke rol van lokale en nationale overheden.”

Hoe dragen de uitkomsten van het project bij aan het bereiken van de Rookvrije Generatie?

“Zien roken doet roken. Voor een rookvrije generatie is het daarom van groot belang dat het roken van tabak steeds minder zichtbaar is, met name voor kinderen. Dit kan mede door het rookvrij maken van plaatsen waar veel kinderen komen. Sportclubs verdienen daarbij prioriteit, omdat veel kinderen hier een belangrijk deel van hun vrije tijd doorbrengen.”

Wat waren de meest vernieuwende inzichten?

“Men ziet veel beren op de weg. Sportclubs zonder rookvrij beleid voorzien veel weerstand van rokende leden en problemen met handhaving. Maar die problemen blijken in de praktijk mee te vallen. Wel moet je rekening houden met de eigen dynamiek van verenigingen van vrijwilligers. Overheden, sportbonden en andere organisaties kunnen voor veel clubs daarbij net het verschil maken.“

Op welke manier hebben jullie de kennis naar de praktijk gebracht?

“Het onderzoek is uitgevoerd in nauw overleg met verschillende organisatie die in contact staan met individuele sportclubs (zie onder). De kennis hebben wij in de praktijk gebracht via de factsheet Rookvrije Sportverenigingen voor een Rookvrije Generatie, die een brede verspreiding kreeg.

Een tweede factsheet Rookvrije Sportverenigingen voor een Rookvrije Generatie is recent uitgebracht. In deze factsheet worden de resultaten van alle onderzoeken gepresenteerd en geven we tips aan sportverenigingen en gemeenten voor het invoeren van een rookvrij sportterrein. De resultaten zijn bovendien breed verspreid door een groot aantal presentaties, interviews en berichten op sociale media.”

Met wie werken jullie samen?

“Wij werkten samen met Gemeente en GGD Amsterdam, GGD Gooi en Vechtstreek, GGD Brabant-Zuidoost, Gezondheidsfondsen voor Rookvrij (Hartstichting, KWF Kankerbestrijding en het Longfonds), NOC*NSF, Vereniging Sport en Gemeenten, RIVM, GGD GHOR en Sportief Advies. Wij voerden zelf de onderzoeken uit, maar de doel- en vraagstelling daarvan werd bepaald in samenspraak met de partners.”

Dit interview is gedaan met Anton Kunst (Amsterdam UMC) en mede namens: Heike Garritsen (Amsterdam UMC), Andrea Rozema (Tranzo, Tilburg University), Rixt Smit (Amsterdam UMC) en Ien van Goor (Tranzo, Tilburg University)

Benieuwd naar andere onderzoeken over naar effectief tabaksontmoedigingsbeleid?

Daarnaast zijn er vier consortia die met subsidie van ZonMw effect- of implementatieonderzoek doen naar het gebruik en beter bereik van bestaande interventies:

Bron: ZonMw. Kijk op www.zonmw.nl/roken voor meer informatie

Categorieën
Onderzoek

VBA+: verwijs- en adviesmethode voor stoppen met roken

Hoe zorg je ervoor dat patiënten die roken ook daadwerkelijk terecht komen bij effectieve stoppen-met-rokenhulp? Met de nieuwe methode Very Brief Advice+ (VBA+) kan de huisarts ‘warm verwijzen’ naar professionele begeleiding om te stoppen met roken. Naomi van Westen-Lagerweij vertelt over de implementatie aanpak.

Waar gaat het project over?

Maar liefst 80% van alle rokers wil stoppen met roken; slechts een klein deel daarvan lukt het om zonder hulp te stoppen. “Ons project heet Strengthening the Dutch national smoking cessation infrastructure to support the Smokefree Generation movement. Wij willen ervoor zorgen dat patiënten die roken ook daadwerkelijk terecht komen bij effectieve stoppen-met-rokenhulp.

Very Brief Advice Plus (VBA+) is een verwijsmethode die zorg- en hulpverleners kan ondersteunen bij het gesprek over stoppen met roken. De methode zorgt ervoor dat rokers vaker terecht komen bij bewezen effectieve hulp.

Tijdens de COVID-19 pandemie hebben wij deze nieuwe verwijsmethode geïmplementeerd in de huisartsenpraktijk. Het ‘warm verwijzen’ is hieraan het meest vernieuwende aspect. Zo kan de zorgverlener het initiatief nemen om een patiënt direct in contact te brengen met professionele begeleiding om te stoppen met roken. De patiënt hoeft dan niet zelf achter de verwijzing aan te gaan of zelf een afspraak te regelen”.

Op welke manier hebben jullie kennis naar de praktijk gebracht?

“Wij hebben een strategie ontwikkeld om VBA+ in de huisartsenpraktijk te implementeren. De strategie bestaat uit twee bijeenkomsten. Deze worden georganiseerd binnen lokale groepen voor farmacotherapeutisch overleg (FTO) met huisartsen en apothekers. Zorgverleners krijgen zo informatie over VBA+ en verwijsmogelijkheden, maken afspraken over de implementatie ervan en reflecteren vervolgens ook op deze afspraken. Ook ontvangen zorgverleners extra ondersteunende materialen, zoals een bureaukaart als reminder.

Hoe dragen de uitkomsten van het project bij aan het bereiken van de Rookvrije Generatie?

“De bijeenkomsten en ondersteunende materialen zorgen er voor dat meer zorgverleners uit de huisartsenpraktijk hun patiënten ‘warm’ verwijzen naar professionele begeleiding voor stoppen met roken. Dit is een zeer positief resultaat in het kader van de Rookvrije Generatie. Want we weten uit de literatuur dat ‘warm’ verwijzen ervoor zorgt dat meer patiënten die roken ook daadwerkelijk terecht komen bij professionele begeleiding, en op die manier uiteindelijk definitief stoppen”.

Wat waren de meest vernieuwende inzichten?

“Onze bevindingen laten zien dat het zelfs onder stressvolle COVID-19-omstandigheden mogelijk is om de stoppen-met-rokenzorg in de huisartsenpraktijk te verbeteren. Belangrijk is wel om in de toekomst verder onderzoek te doen naar manieren om de werkdruk voor huisartsen te verlagen, bijvoorbeeld door het inzetten van e-health. Denk bijvoorbeeld aan het uitvragen van de rookstatus via een digitaal patiëntportaal. Het portaal geeft de rookstatus via een melding in het EPD door aan de huisarts zodat hij of zij gemakkelijk het gesprek met de patiënt kan aangaan over stoppen met roken”.  

Met wie werken jullie samen?

“Het project wordt uitgevoerd door het Trimbos-instituut en Leids Universitair Medisch Centrum. Verschillende consortiumpartners, zoals het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik en Nederlands Huisarts Genootschap, dragen met hun expertise bij aan het project”.

Benieuwd naar andere onderzoeken over naar effectief tabaksontmoedigingsbeleid?

Daarnaast zijn er vier consortia die met subsidie van ZonMw effect- of implementatieonderzoek doen naar het gebruik en beter bereik van bestaande interventies:

Bron: ZonMw. Kijk op www.zonmw.nl/roken voor meer informatie


Categorieën
Onderzoek

Stoppen-met-roken training (met beloning) voor op het werk

Zijn medewerkers die roken goed geholpen met een stoppen-met-roken training met financiële beloning? En hoe zorg je ervoor dat Nederlandse bedrijven bekend raken met deze training en dat zij hun medewerkers enthousiasmeren om deel te nemen? Floor van den Brand en Gera Nagelhout vertellen je meer over de implementatie van deze training (met beloning) op het werk.

Waar gaat het project over?

Werkgevers kunnen werknemers met een lagere sociaaleconomische positie helpen bij het stoppen met roken. Dat kan met een effectieve stoppen-met-rokentraining op de werkplek in combinatie met financiële beloningen voor stopsucces. Uit eerder onderzoek blijkt dat zo’n training in combinatie met een beloning effectief is. “De training uit ons eerdere onderzoek werd gegeven door zorgaanbieder SineFuma en bestaat uit zeven wekelijkse bijeenkomsten van 1,5 uur. In ons onderzoek beloonden we mensen met €350,- als ze succesvol stopten met roken” vertelt Floor van den Brand.

De training is al geïmplementeerd in de praktijk, maar de beloningen nog niet. Ook worden mensen met een lagere sociaaleconomische positie nog onvoldoende bereikt. “Een logische vervolgstap is nu: onderzoeken of de beloningen in de praktijk kunnen worden geïmplementeerd” vertelt Gera Nagelhout. “Hoe zorgen we ervoor dat belonen van stopsucces bij Nederlandse bedrijven bekend raakt en gebruikt wordt? Het doel van ons implementatieproject is om dit binnen Nederlandse bedrijven te stimuleren”

Hoe dragen de uitkomsten van het project bij aan het bereiken van de Rookvrije Generatie?

“Dit project kan ertoe leiden dat meer mensen in Nederland succesvol stoppen met roken. In ons geval gaat het dan om medewerkers met een lagere sociaaleconomische positie die stoppen met roken, na het volgen van een training op het werk.” aldus Floor.  

“Ook geeft het project inzicht in de belemmerende en bevorderende factoren bij het implementeren van een effectieve stoppen-met-rokeninterventie. En biedt het project aanknopingspunten voor wat er (nog) nodig is om stoppen met roken binnen organisaties in Nederland succesvol te maken” voegt Gera toe.

Wat waren de meest vernieuwende inzichten?

Floor: “Zowel leidinggevenden als medewerkers die roken denken dat een persoonlijke benadering het meest effectief is om medewerkers met een lagere sociaaleconomische positie te enthousiasmeren om mee te doen met een stoppen-met-rokentraining. Ook blijkt dat leidinggevenden roken vaak een lastig onderwerp vinden om over te praten met hun medewerkers”.

“In ons onderzoek komt naar voren dat leidinggevenden deze persoonlijke benadering te weinig toepassen, ondanks het handboek, de video’s en het webinar die we tijdens het project hebben ontwikkeld. Hierdoor valt het aantal deelnemers aan de training vaak tegen. We zien ook dat als leidinggevenden het wél aandurven om hun rokende medewerkers persoonlijk te benaderen, dat de training veel meer deelnemers trekt.”

Lastig bleek ook het inzetten van beloningen. Veel leidinggevenden vinden dat een financiële beloning geen motivatie zou mogen zijn om te stoppen met roken. Het belonen van medewerkers die stoppen met roken wordt ook als oneerlijk ervaren voor niet-rokende medewerkers.

Gera: “Deze barrière kwamen we niet tegen in ons eerdere (effectiviteits)onderzoek, waarbij de beloningen betaald werden door de subsidiegever. We denken daarom dat financiering van de beloningen door bijvoorbeeld zorgverzekeraars een goede optie zou zijn. Voor zorgverzekeraars scheelt het ook in de kosten als meer mensen succesvol stoppen met roken.”

Op welke manier hebben jullie de kennis naar de praktijk gebracht?

Floor: “De door ons ontwikkelde implementatiestrategie wordt nu standaard gebruikt door SineFuma, de grootste aanbieder van stoppen-met-rokentrainingen in Nederland. Zij hebben hun manier van communiceren richting bedrijven aangepast op basis van het huidige project en zijn van plan om dit te blijven doen na afloop van het project”.

“Daarnaast heeft Medipro, een andere grote stoppen-met-rokenaanbieder, onze communicatiestrategie gebruikt als basis voor een training die zij nu aanbieden aan bedrijven op locatie. In deze training leren leidinggevenden hoe zij medewerkers kunnen motiveren om mee te doen met het stoppen-met-rokenaanbod.” 

Met wie werken jullie samen?

De Universiteit Maastricht en Onderzoeksinstituut IVO voeren het onderzoek samen uit. Daarnaast zijn er verschillende wetenschappelijke en praktijkorganisaties als adviseurs betrokken bij het project die actief hebben meegewerkt met het ontwikkelen van de implementatiestrategie. Dit zijn het LUMC, UMCG, Zuyderland Medisch Centrum, Hogeschool Rotterdam, Trimbos-instituut, Pharos, Long Alliantie Nederland (LAN), IQ Healthcare (Radboudumc), Centre for Motivation and Change, Heartbeat Ventures, NVAB, HumanCapitalCare B.V., Zilveren Kruis, InGuide, SineFuma, Brandweer Zuid-Limburg, SBCM A&O-fonds SW en MTB.

Benieuwd naar andere onderzoeken over naar effectief tabaksontmoedigingsbeleid?

Daarnaast zijn er vier consortia die met subsidie van ZonMw effect- of implementatieonderzoek doen naar het gebruik en beter bereik van bestaande interventies:

Bron: ZonMw. Kijk op www.zonmw.nl/roken voor meer informatie

Categorieën
Netwerk nieuws Onderzoek

Nieuwste inzichten tabaksonderzoek besproken op NNvT congres

Van longkankerscreening tot e-sigarettenbeleid: tijdens het jaarlijkse NNvT Congres op vrijdag 14 april kwamen de nieuwste inzichten uit tabaksonderzoek aan bod. ZonMw en Gezondheidsfondsen voor Rookvrij gaven gezamenlijk de sessie ‘Onderzoeksagenda Tabaksontmoediging: zijn we op de goede weg?’. Prof.dr. Onno van Schayck reflecteerde op de toegevoegde waarde van onderzoek naar tabaksontmoediging op de weg naar een Rookvrije Generatie.

Onderzoeksagenda Tabaksontmoediging

De Onderzoeksagenda Tabaksontmoediging kwam in 2017 tot stand in samenwerking met wetenschappers, gezondheidsfondsen, ZonMw en partners van de ANR (inmiddels: Gezondheidsfondsen voor Rookvrij). De agenda vormde de basis voor twee onderzoeksoproepen, waar in totaal negen projecten uit voort kwamen.

Onderzoeksoproep ZonMw 2017
Uit de onderzoeksoproep van ZonMw in 2017 ontstonden vier samenwerkingsverbanden. Deze vier consortia richten zich op effect- of implementatieonderzoek naar het gebruik van tabak en beter bereik van bestaande interventies op het gebied van tabaksontmoediging.

Onderzoeksoproep gezondheidsfondsen 2018
In 2018 volgde een oproep door vijf gezondheidsfondsen voor onderzoek naar effectief tabaksontmoedigingsbeleid. Het Diabetes Fonds, Longfonds, KWF, Hartstichting en de Trombosestichting stimuleerden zo beleidsonderzoek naar tabaksontmoediging, op weg naar een Rookvrije Generatie. Vijf projectteams gingen per 1 september 2019 van start met onderzoek naar de ontwikkeling en invoering van effectief nationaal en lokaal tabaksontmoedigingsbeleid. De resultaten van de onderzoeksprojecten zijn inmiddels grotendeels bekend. Meer informatie hierover is te lezen in de interviews met de onderzoekers, onderaan deze pagina.

NNvT sessie: zijn we op de goede weg?

In een sessie op het NNvT congres bespraken de onderzoekers de belangrijkste resultaten. Namens elk van de negen projecten besprak een onderzoeker de belangrijkste uitkomsten, de doorwerking naar de praktijk en openstaande onderzoeksvragen. Ze lieten onder andere zien:

  • wat erbij komt kijken om stoppen met roken interventies te implementeren in de praktijk;
  • dat er veel draagvlak is voor rookvrije (kind)omgevingen, waaronder sportterreinen;
  • dat je door meeroken in de buitenlucht ook aardig wat nicotine binnen krijgt;
  • dat vooral mensen met een lager inkomen sneller zullen stoppen bij het verhogen van de prijs van sigaretten;
  • dat het uitstalverbod zichtbaar effect had, maar dat er ook een deel van de winkels het verbod niet naleefde;
  • dat de tabakslobby ook op Nederlandse bodem nog steeds voet aan de grond krijgt.

De onderzoekers hebben veel energie besteed aan het toepassen van hun onderzoeksresultaten in de praktijk en de totstandkoming van beleid. Ook zijn de openstaande vragen inzichtelijk gemaakt. Voor stoppen met roken (SMR) interventies staan deze vragen nog open:

  1. Hoe kunnen we effectieve SMR interventies implementeren?
  2. Hoe kunnen we lagere SES bereiken met onze interventies?
  3. Hoe kunnen we het zorgsysteem zo efficiënt mogelijk inrichten om stoppen met roken te faciliteren (zorgverzekeraar, verwijzing, pop up elektronisch patiënten dossier)?

Daarnaast zijn er openstaande vragen op het gebied van beleidsmaatregelen en interventies om te voorkomen dat jongeren beginnen met roken (onder andere gericht op minder verleiding van tabak):

  1. Hoe zorgen we ervoor dat harde cijfers voor beleidmakers up-to-date zijn?
  2. Welke juridische kennis is nodig voor legalisering van tabaksontmoedigingsbeleid (bijvoorbeeld wat betreft de universele rechten van het kind)?
  3. Hoe geven we een vergunningenbeleid voor tabaksverkoop vorm?
  4. Hoe verhogen we de naleving van tabaksontmoedigingsbeleid?      

Tot slot blijft het belangrijk te monitoren waar de tabaksindustrie mee bezig is en hoe ze beleid (proberen te) dwarsbomen. Daarbij zien de onderzoekers een belangrijke rol voor de onderzoeksjournalistiek.

Openstaande vragen

Ook het publiek is gevraagd naar kennishiaten. Die concentreerden zich vooral rond openstaande vragen over het voorkomen dat jongeren beginnen met roken (sigaretten en vapes) en manieren om kwetsbare doelgroepen te bereiken. Dat bleek ook uit een vraag over de onderzoeksprioriteiten en in hoeverre er alvoldoende kennis op dat gebied is.

Heel belangrijk is om de opgedane kennis nog beter te implementeren, zoals bestaande effectieve interventies. Hoewel we al zeker een eind op weg zijn, lijkt daarmee de onderzoekagenda uit 2017 nog steeds de belangrijkste prioriteiten te benoemen.

Interviews met de onderzoekers

Benieuwd naar de belangrijkste conclusies van elk onderzoek? Lees de interviews met de onderzoekers:


Categorieën
Onderzoek

Onderzoek naar meeroken in de buitenlucht

Meeroken in de buitenlucht lijkt voor veel mensen onschuldig, maar ook als ‘meeroker’ krijg je nicotine binnen. Wat zijn de gevolgen? Dr. Jeroen Bommelé (Trimbos-instituut) vertelt over ‘Second-hand smoke at public outdoor spaces in the Netherlands’ – een vernieuwend onderzoek over meeroken in de buitenlucht en wat dat precies doet met de luchtkwaliteit.

Waar gaat het project over?

“Wij hebben op verschillende plekken door heel Nederland gemeten hoeveel nicotine je binnenkrijgt als er iemand bij je in de buurt rookt. We hebben dat gedaan op terrassen, bij ov-haltes en voor ingangen van publieke gebouwen. Dit zijn namelijk plekken waar nog veel gerookt wordt.”

Hoe dragen de uitkomsten van het project bij aan het bereiken van de Rookvrije Generatie?

“Mensen denken vaak dat buiten roken onschuldig is en dat als je zelf niet rookt, je daar niets van binnenkrijgt. Dat is niet waar. Met dit onderzoek hebben we namelijk laten zien dat wanneer anderen in jouw buurt roken, je ook buiten tabaksrook binnenkrijgt. Niet alleen krijg je dan tabaksrook binnen, maar je ademt ook echt nicotine in. Die nicotine blijft soms zelfs even hangen als er niet meer gerookt wordt.

Deze resultaten dragen bij aan een groter bewustzijn van de bloostelling aan tabaksrook in publieke buitenruimten. Ze laten namelijk zien dat ook niet-rokers blootgesteld worden aan tabaksrook en nicotine. Bijvoorbeeld wanneer zij op een terras zitten, bij een ov-halte staan of bij de ingang van een publiek gebouw lopen. We hopen dat de resultaten van dit onderzoek beleidsmakers helpen buitenruimten rookvrij te maken.”

Wat waren de meest vernieuwende inzichten?

“Vernieuwend aan dit onderzoek was dat we voor het eerst in Nederland onderzoek deden aan blootstelling aan tabaksrook in de buitenlucht. We ontwikkelden hiervoor een methode om zonder andere mensen te storen de blootstelling aan onder andere nicotine te meten. Daarmee hebben we voor het eerst in Nederland heel nauwkeurig onderzoek kunnen doen naar hoeveel nicotine je binnenkrijgt als je buiten naast iemand staat die rookt.”

Op welke manier hebben jullie de kennis naar de praktijk gebracht?

“Op dit moment schrijven wij een wetenschappelijk paper over dit onderzoek. Daarnaast gaan we ook een factsheet maken voor beleidsmakers om hen daarmee te helpen buitenruimten rookvrij te maken.”

Met wie werken jullie samen?

“Ik ben erg trots op de mooie samenwerking tussen het Trimbos-instituut en het RIVM. Terwijl wij vanuit het Trimbos door heel het land data verzamelden, analyseerden de collega’s bij het RIVM de nicotinesamples. Daarmee ontwikkelden we samen een mooie innovatieve methode om onopgemerkt tweedehands rook te meten in publieke buitenruimten.”

Dit onderzoek is mogelijk gemaakt door Longfonds, KWF, Hartstichting, het Diabetesfonds en de Trombosestichting in hun gezamenlijke oproep om meer onderzoek naar tabaksontmoedigingsbeleid te stimuleren op weg naar een Rookvrije Generatie. 

Benieuwd naar de andere onderzoeken over naar effectief tabaksontmoedigingsbeleid?

Categorieën
Onderzoek

Onderzoek naar de reacties van de tabaksindustrie op tabaksontmoediging

Lukt het de tabaksindustrie om het Nederlandse tabaksontmoedigingsbeleid te ondermijnen? Welke strategieën gebruiken ze daarvoor? Prof. dr. Gera Nagelhout (Projectleider, Universiteit Maastricht en onderzoeksinstituut IVO) en Nikita Poole (Hoofdonderzoeker, onderzoeksinstituut IVO) vertellen hierover naar aanleiding van hun project: ‘Tobacco industry responses to planned tobacco control policies’: een onderzoek naar de reacties van de tabaksindustrie op verschillende tabaksontmoedigingsmaatregelen.

Dit project is mogelijk gemaakt door vijf gezondheidsfondsen (Diabetes Fonds, Longfonds, KWF, Hartstichting en Trombosestichting), die via een eerdere onderzoeksoproep projecten ondersteunen voor onderzoek naar de ontwikkeling en invoering van effectief nationaal en lokaal tabaksontmoedigingsbeleid.

Waar gaat het project over?

“Het onderzoek gaat over hoe de tabaksindustrie reageerde op de implementatie van drie tabaksontmoedigingsmaatregelen die in 2020 door de Nederlandse overheid werden geïmplementeerd:

(1) neutrale tabaksverpakkingen,

(2) grote tabaksaccijnsverhogingen en

(3) het uit het zicht halen van tabaksproducten bij verkooppunten.”

Hoe dragen de uitkomsten van het project bij aan het bereiken van de Rookvrije Generatie?

“Het blootleggen van reacties van de tabaksindustrie op tabaksontmoedigingsmaatregelen kan gezondheidsfondsen en beleidsmakers helpen om hun strategie te bepalen. Met een succesvolle tabaksontmoedigingsstrategie kan een Rookvrije Generatie sneller worden bereikt.

Bovendien hebben we verschillende publicaties en veel media-aandacht over de tabaksindustrie gegenereerd met ons onderzoek, wat kan zorgen voor denormalisatie van de tabaksindustrie en daarmee voor meer steun voor tabaksontmoedigingsmaatregelen.

Aangezien de tabaksindustrie vaak dezelfde argumenten en strategieën gebruikt, zijn onze resultaten waarschijnlijk ook van toepassing voor de implementatie van andere tabaksontmoedigingsmaatregelen dan alleen de drie door ons onderzochte maatregelen.”

Wat waren de meest vernieuwende inzichten?

“De tabaksindustrie vindt nog steeds manieren om het Nederlandse tabaksontmoedigingsbeleid te ondermijnen. Ook lukt het ze om hun argumenten in de media te krijgen, waarmee ze het algemeen publiek en de politiek beïnvloeden. Strategieën van de tabaksindustrie die we bijvoorbeeld hebben ontdekt met ons onderzoek zijn: directe beïnvloeding van het beleid (bijvoorbeeld door te lobbyen voor kleinere in plaats van grotere verhogingen van de tabaksaccijnzen via politieke partijen) en het werven van medestanders (bijvoorbeeld het mobiliseren, financieren en organiseren van verenigingen van detailhandelaren).

Onze aanbevelingen zijn dat strengere naleving van bestaande regelgeving over contact tussen de overheid en de tabaksindustrie nodig is. Daarnaast is het voor gezondheidsfondsen belangrijk om goed inzicht te hebben in besluitvormingsprocessen bij de overheid. Wie beslist wat en op basis van welke argumenten? Zo kan men snel reageren en invloed uitoefenen op het tabaksbeleid.

Uit ons onderzoek blijkt ook dat in de communicatie een focus op het recht van kinderen op een rookvrije omgeving kan helpen. Bijvoorbeeld door ouders of kinderen te interviewen en hun mening te vragen over nieuwe maatregelen. Hier aandacht aan geven kan helpen om draagvlak te krijgen voor beleid bij zowel beleidsmakers als het algemeen publiek.”

Op welke manier hebben jullie de kennis naar de praktijk gebracht?

Uit ons onderzoek volgen aanbevelingen waar de Nederlandse overheid en gezondheidsfondsen mee aan de slag kunnen. We kunnen dit niet voor hen doen, maar we kunnen wel zorgen dat onze resultaten en aanbevelingen bekend worden bij hen door ze goed te verspreiden.

Dit hebben we gedaan door het publiceren van onze factsheets, artikelen en blogs, door het genereren van nieuws, verspreiding via sociale media en nieuwsbrieven, door het meewerken aan media-interviews en door het presenteren op congressen.

Bijvoorbeeld:

Met wie werken jullie samen?

Dit onderzoek was een samenwerking tussen Onderzoeksinstituut IVO en The Investigative Desk. Vanuit het IVO voerden we wetenschappelijk onderzoek uit en vanuit The Investigative Desk journalistiek onderzoek. Verder hadden we inhoudelijk adviseurs vanuit de University of Bath en het Smoke Free Partnership. Meer over onze bijzondere samenwerking tussen onderzoeksjournalistiek en wetenschap lees je in dit interviewartikel.

Dit onderzoek is mogelijk gemaakt door Longfonds, KWF, Hartstichting, het Diabetesfonds en de Trombosestichting in hun gezamenlijke oproep om meer onderzoek naar tabaksontmoedigingsbeleid te stimuleren op weg naar een Rookvrije Generatie. 

Benieuwd naar de andere onderzoeken over naar effectief tabaksontmoedigingsbeleid?